De Slorper Een jonge vrouw uit Leiderdorp werd diep gegriefd door het geslorp, waarmee haar man op etenstijden iets vochtigs door zijn keel liet glijden. Wanneer hij thee of koffie dronk, leek hij een kolkende spelonk, terwijl bij soepen en bij vladen hij in rioolvocht scheen te baden. Toen hij ondanks haar goede raad koppig volhardde in het kwaad, heeft zij, bedroefd maar vastbesloten, zijn slorpend hoofd doorzeefd met schoten. Maurits Mok 1907 - 1989 Bron: De Lichte Muze, een verzameling gorgelrijmen, limericks en andere poëtische aardigheden van hedendaagse dichters bijeengebracht door Jaap Romijn. A.W. Bruna & Zoon Utrecht 1956 |