Gesprek in een snoepwinkel Ja, wat zou ik nemen. Rotty? Rotty maar. - Rotty maar, meneer? Astublieft. Openmaken? - Nee, laat maar. Of zou ik Lepse nemen? Gaat Rotty behoorlijk vlug? - Jazéker meneer. Ach wat dat betreft geeft het elkaar allemaal niet veel toe. Hier heeft u iets dat er heel anders uitziet, pantalones van Velankes, fijn, en hier bolsknappers Willy Carels. Of hier een aardig pakje gezondheids-vamellen het Anker, of hier Eggers. Of Coulards. - Och laat ik me maar bij wat ik eerst zei Rotty houden. Maar zaaien ze goed uit? - Uitzaaiingen? Prima En absoluut ongemerkt, helemaal zonder last. Wel even bijhouden, natuurlijk. De muis wil bijgehouden worden! - Ja, ha! Nu goed dan. Alstublieft. Ach, zo duur is het eigenlijk nog niet eens. - Ziet u wel? Dank u zeer. Welnee meneer, dat kan de bruine nog wel trekken, zeiden ze vroeger! Je kan 't toch niet meenemen! - Zo is 't. En zo'n pijp drop of zo'n pepermuntlollie staat altijd wel stoer bij een dom gezicht. 't Geeft er een uitdrukking aan en 't houdt de mond wat bij elkaar! - Kom meneer, nou vist u naar komplimentjes! U wilt toch niet zeggen dat u een dom gezicht of een dom innerlijk zou hebben, omdat u niets tegen een snoepje heeft? - Haha! Nee. Nu, Goedendag. - Dag meneer. - Och ja, dat is waar ook, ik heb nog een cadeautje nodig, zo'n pijpje pepermuntdrop met patroontjes kandij, als die nog bestaan, voor dieptewerking. - O Deepbress en hier Friebress, uitstekend meneer. Tegenwoordig is trouwens de meest verpakte gezondheids- pepermunt geprefiltreerd voor extra dieptewerking. Zacht. Mild. - Ja, dat is maar goed. en toch met dezelfde uitzaaiings- coëfficiënt? - Dezelfde uitzaaiingen, jazéker meneer. - Nu goed dan. Deze maar. Ziet u wel? - Dat klopt zo.Dank u zeer. - Dag meneer. - Morgen, meneer. - Jan Hanlo 1912 - 1969 Uit: Poëzie in Carré Bezige Bij, Amsterdam 1966 |