De geschiedenis van Soep-Hein Hein was gezond gelijk een visch, En dik en vet, - en rood en frisch; Hij had een hongerige maag, En elke spijs genoot hij graag; Maar eens smeet Hein zijn lepel neêr, En riep: Ik lust die soep niet meer! 'Loop met die nare soep maar heen! 'Ik wil geen soep meer eten! Neen!' Dit gaf zijn ouders veel verdriet, Maar ander eten kreeg hij niet; Zoodat hij reeds den tweeden dag Veel magerder en bleeker zag; - En weêr smeet Hein zijn lepel neêr, En riep: 'Ik lust die soep niet meer! 'Loop met die nare soep maar heen! 'Ik wil geen soep meer eten! Neen!' Den derde dag, o, lieve tijd! Toen zag hij geel van magerheid, Maar toch kreeg hij zijn soepbord weêr, En ziet, - hij smeet den lepel neêr, En riep ook voor den derden keer: 'Och, moeder! 'k lust die soep niet meer! 'Loop met die nare soep maar heen! 'Ik wil geen soep meer eten! Neen!' De stijfkop was den vierden dag Zoo dun gelijk een spinnerag; Hij woog niet zwaarder dan een lood; En op den vijfden was hij - dood! Heinrich Hoffmann 1821 - 1899 Vertaling W.P. Razoux Bron: Kinderen, meer dan honderd gedichten over hun wondere wereld verzameld en toegelicht door Willem Wilmink. 1996 Ooievaar Amsterdam
|