Stamppot Uit school komen en omdat het zulk mooi weer is een omweg maken langs de bosrand In een ondiep beekje een glimp van jezelf proberen op te vangen. In dat beekje een verdronken hondje zien. O zo langzaam naar huis schuifelen. Het hondje in je hoofd in je keel in je buik. Aan tafel schuiven en niks zeggen. Je een grote lepel stamppot op je bord laten scheppen. In die berg een kuiltje maken voor de jus. In dat glinsterend oppervlak een glimp van jezelf proberen op te vangen. De misselijkmakende jus door de stamppot werken. Een nieuw kuiltje maken. Een krater. Daarin kijken tot je het hondje ziet. Het hondje opeten en braken. Al die tijd niets zeggen. Stamppot sindsdien in verband brengen met verdronken hond. Neeltje Maria Min 1944 Uit: Een winter vol verhalen 2020 Uitgeverij Balans |