Een stuk van een meloen, aan Manuel Spranger Wilt ghy, met goudvrucht van Parnas, En kristallyn, uit Kastals plas, Van Nektar, en Ambroos benydt, O Spranger, doen een goed ontbyt? Sie deese Haarlemer meloen Zal oogh, en neus, en tongh voldoen. Laat lyf, en ziel dat geele bloed Konfyten, van Apol gevoedt, En van syn lieve susters naam. Dit 's Gooden spys en drank te saam. Joannes Six van Chandelier. 1620 - 1695 Bron: Gedichten Editie A.E. Jacobs. Van Gorcum Assen 1991 |