Taveernen
"Imperial Bar" Lieve, wrompel achtloos voort Rozen die uw borst versieren, Wijl met wijn we ons liefde vieren Waar de lust de liefde smoort. Stemmen gonzen, en juweelen Fonkelen aan hand en hals; Op den lichtstroom deint een wals, waar als degens oogen streelen. Later, samen in den nacht; Nadat wij elkander kusten, Wijl elk aan een ander dacht, Ik te fier en gij te broos, Beiden lust-en liefdeloos, Zullen wij als dooden rusten. Firmin van Hecke 1884 - 1961 Bron:Spiegel van de Nederlandse Poëzie door alle eeuwen 1900 - 1940 Samengesteld door Victor E. van Vriesland J. M. Meulenhof Amsterdam 1953 |