Boek Piet Paaltjens                                   Piet Paaltjens  Dichter-dominee  1835 - 1894                             


Beginpagina

Jeugdjaren in Leeuwarden

Studententijd in Leiden

Predikant in Foudgum

Predikant in Den Helder

Predikant in Schiedam

Over Piet Paaltjens

Culinaire citaten

Gedichten over eten en drinken

Culinaire bloemlezing


Contact  

Terug in Amsterdam

Nu zit ik weer bij  Reijnders achter puur
en blus de lust, die toch niet valt te doven,
en blijf U allen groene kolen stoven,
die toch onsmaak'lijk zijn en zonder duur.

Zo voel ik mij een povere figuur,
een schamele, dien niets men kan ontroven,
een sombere, die onder ziet als boven,
een trage, die seconde ziet als uur.

Maar toch leeft ergens in 't conglomeraat
het wezen, dat zich scherpt op d'ene draad,
die eens de wereld in het lid zal tillen.

Alleen-dat wezen komt meestal te laat,
daar het slechts uitmunt door wel goed te willen
doch nimmer goed te doen, tenzij bij grillen.

2.
Ik ging naar Reynders, maar bij Eylders moest
ik zijn om d' oude vrinden weer te vinden.
Zo vindt het opgegroeide kind de linden
gekapt, verlaten 't huis, de gaarde woest.

Voor koffiehuizen ook verkeert de gunst.
Zoals de kunstenaars het pleit verliezen,
kan ook de tourniquet opeens bevriezen.
De schijn bedriegend, rijmen wijn en kunst.

De kastelozen en de kasteleins
zijn eensgezinden tot de hoogste tijd.
De lichten doven dan en d'eenheid splijt

en in de kassa blijft de droge cijns
voor de extase in de geest des wijns
en in de magen gist de wijn tot spijt.

Reinold Kuipers  1914 - 2005
11 dec'41

Elders en Eylders

Wie 't elders vinden kennen Eylders niet,
want hij blijft elders weg, die Eylders ziet,
Alleen wie geld besteedt van brood voor drank,
zie Eylders niet. Maar dat is een ander lied.

Reinold Kuipers
26 Aug. '42
Bron: Eylders, het leven van een tegendraadse Amsterdammer
A.W. Bruna & Zn Utrecht/Antwerpen 1971
Café Eijlders