Terwijl ik linzen eet denk ik aan geld Terwijl ik geld verdien denk ik aan chocolade Het is eetbaar noch eerbaar Mijn werk is solitair en egocentrisch Hoe eenzamer ik word hoe meer Kruideniers en touwslagers mijn gedichten bevolken. Wanneer mijn lievelingsmannen slapen schrijf ik Sprookjes over ontmaagdende spinnewielen En wensvervullende honden in tondeldozen Ik heb twee lievelingsmannen: een vader en een muze Van mijn vader weet ik dat hij geschoeid slaapt Omdat hij altijd paraat wil zijn. Mijn muze slaapt in kleren Die ontegensprekelijk bij een droomwereld horen Hij droomt soms van geld In de vorm van een bezoek aan Egyptische idolen Hij droomt vaak over mij Ik lig aan zijn voeten En mijn nagels zijn eindelijk nog eens rood gelakt. Terwijl ik chocolade eet wil ik sterven Veel later en zonder schulden Neem ik de bus naar een park Hoe drukker de vijverrand wordt hoe vaker Ik naar mijn pols lijk te kijken Gisteren heb ik mijn dure horloge verkocht Delphine Lecompte (1978) uit: Schachten en amuletten (2013) |