Tilburgse kermis
Het is weer kermis en als ieder jaar
branden er duizend lichte lampionnen;
er zijn weer wafels, rose luchtballonnen;
het is weer kermis net als ieder jaar.
De dikste vrouwen van het continent
zitten als steeds verwaand en lui te breien;
zij tonen nu en dan hun blote dijen
en ginds, alleen, lalt weer een dronken vent.
Tussen de damp van vette oliebollen
eet, stil-verrukt, een kind een suikerkoek
en bij de grote draaimolen op de hoek
staan kreupelen, die met hun ogen rollen ...
Maar 's avonds, toen ik iets bijzonders wachtte,
was God, de grote spullenbaas plots daar,
Die heim'lijk met Zijn kleine mensen lachte ...
...........
Het is weer kermis, zoals elk ander jaar ...
Pierre Bogaers (1924-2015)
uit: Bitonaal (1952)