Toast op Tante Jet en haar zus Marie Laat ons klinken, laat ons drinken Nu tezaam, verheugd van zin En daarbij een liedje zingen Op ons aller hartsvriendin Tante Jet, tante Jet! Moog de lieve hemel geven Dat zij jaren nog blijft leven, Altoos vlug en altoos blij, Want niets minder wenschen wij. Tante Jet dat is zoo'n beste. Nergens mooglijk op deez aard Vind je er een die in de verte Tante Jetjen evenaart. Neen, o neen, driemaal neen, Zoek maar vrij, in Oost of Westen, Nergens vind je nog zoo'n beste die zoo leeft naar ieders pret Als de lieve tante Jet. Wie bij zooveel branderijen Hield het leven, aan de Schie, Woonden niet dan met haar beiden Jetje en haar zus Marie? Mie en Jet, Jet en Mie! Weezen kleeden zij en weeuwen, Armen, die van honger schreeuwen, Vullen deze twee terstond Met een boterham den mond. Maar met al zulke aardsche giften Stelt zich Jetje niet tevree. Daarom deelt ze ook de schriften, Lessen aan de kinderen mee. Aan de jeugd, leert zij deugd. 's Zondags als de meeste vrouwen Liever maar van niets doen hooren Dan is voor die beste Jet Zondagschool de grootste pret. Toch, de kostelijkse aller plichten Waaraan Tante Jet zich wijdt, Is haar neven en haar nichten Eens te onthalen op zijn tijd. Neen, dan telt zij geen geld. Naar het station laat zij dan sturen Om er een wagon te huren. En een heel fijn middagmaal Geeft zij ons op Bloemendaal. Daarom vrienden, met veel gratie En met statie drinken wij Nu op tante Jet een glasie. Hiep, hiep, hiep, Lange leve zij! Hoera, Hiep! hiep hoera! Moog de lieve hemel geven Dat zij jaren nog blijft leven, Altoos even vlug en blij, Neen, niets minder wenschen wij. Piet Paaltjens. Pseudoniem van François Haverschmidt. 1835 - 1894 Bron: Ter gelegenheid van... Bezorgd door Rob Nieuwenhuys Uitgeverij BZZTôH 's Gravenhage, 1981 |