Trauma
'k Herinner mij als gisteren, uit drieenveertig, dat ons huis,
als alle huizen in de straat, naar verse vette haring geurt.
Met karren en met emmers vol uit treinen aangesleurd,
ligt hij in volle pannen, voor ieder maal te kissen op 't fornuis.
Hij wordt gerookt, heel creatief of gaat in Keulse potten
in 't zout of zuur met veel ajuin voor pekelharing leren.
En vader, hongerig van het werk, moet zich nu niet generen
zo'n tiental vissen te verwerken: 'Wie dat niet geert, 't zijn zotten!'
De kleinsten, wij dus, gaan hopeloos met vork en mes op jacht
om al die nare graten elke dag uit al dat haringvlees te puren,
angstig naar vader glurend, die gotferrend, ons weer naar bed zal sturen.
Haring als godsgeschenk: aan trauma's werd die tijd gelukkig niet gedacht.
Give
Juni 2005
|