Twee dichters Zij hadden samen 't groene gif gedronken, Zij wilden in hun verzen ondergaan, - Niet over eeuw'g liefde, sneeuw'ge maan, - 't Liefst zouden zij met vuile woorden pronken. Er kwam een vrouw, - of waren 't and're vonken Die hen bezielden? - Zij zijn heengegaan, Verwaten, stoffig op de breede baan, Naar 't neev'lig stadsbeeld, waar de vriendschap slonk in Een twist van prikkelbare jonggehuwden. Wie zou de minste zijn? - Het naspel was Een kort revolverdrama, dat weer luwde, - Het tweede: een bekeering met veel wijn En een pak slaag in 't natte Neckargras, - Het derde: het cachot, - en de woestijn.... S.Vestdijk 1898 - 1971 Uit: Nagelaten gedichten (ed. T.van Deel, G.Middag en H.T.M.van Vliet) De Bezige Bij, Amsterdam, 1986 |