Vaarwel Ik heb de wijn die ik bewaard had Totdat jij eens mijn gast zoudt zijn Maar op mijn eentje opgedronken, Want alcohol blust minnepijn. En nu zit ik aan de jenever. De nevels stijgen naar mijn brein. Maar ik ben nog voldoende nuchter Om kort en zakelijk te zijn. Ik bemmaar blij datikjekwijben. Je bennefrelijk sjthuk sjegrijn. Wassalik, salik, ja wassalik, Jij sjthukfedriet! Me fransjewijn! Daan Zonderland. 1909-1977 (Ps. van D.G. Van Der Vat) Uit: Redeloze Rijmen. Uitgeverij Het Spectrum. 1960 |