Vindalu in Merthyr Tydfil Op de eerste avond van mijn tweede reis naar Wales bekaf van het beklimmen van Aardes linkerwang, ging ik desondanks naar Merthyr, in goed gezelschap, en werd door nekkleding en aanspraak in de Butcher's Arms verwarmd tot het Uur ons pintloos sloeg, Eddy Rees door baksteensteegjes scheurde en we onder het donker van de White Tip luidkeels oprukten naar de Bengaal, geloof ik. Ik bestelde een kerrie, de scherpste, prat op mijn land, mijn van jongs af aan geharde mond; de vriendelijke bruine ober wrong bezwerend de handen O vindalu, meneer! Weet u dat wel zeker, vindalu? Maar ik riep Ja alstublieft, want ik kon nu niet meer terug en de lustige klokjes van Rhymney galmden al onder mijn schedeldak. Eerlijk is eerlijk, het was bar. Ik werkte een kip uit de Hel naar binnen in een saus van volle gele zwavel. Toen mijn vrienden uit de Valleys ervan proefden, riepen ze Jezus kermend aan. Hoogmoed alleen dreef me, vork na vork, gadegeslagen door de gloeiende mangoestan-ogen van alle carnivore kastes en goeroe's uit Cardiff en mijn glinsterende tranen wasten het ongeloof weg van de Welshmen. O het was een rit op het rollende rode biervat van Watney door alle brandende ghats van het vleselijkste streven en nimmermeer zal ik me zo'n stichtelijk inzicht wensen drie dagen lang inzake mijn sterfelijke windingen maar met afgelikt mes en vork signeerde ik uiteindelijk mijn bordje rn bezong groen-goudgevlekt mijn marteling als een verloste, voordat ik tussen Cilfynydds gesternte van mijn stokje ging. Les Murray 1938 - 2019 Uit: De planken kathedraal. Vertaling Maarten Elzinga Uitgeverij De Harmonie 2013, Amsterdam |