Viskoppen Vis! Vis! Lekkere vis! Weet je wel dat die zo voedzaam is? Je hakt er de kop af en de staart, En de rest? die wordt in het ijs bewaard. De middenmoot is voor de 'betere' standen. Daar mag de proleet van watertanden. Vis! Vis! Hollandse vis! Het volk krijgt de kop als erfenis. Vis! Vis! Hou je van vis? Proef dan de kop maar die over is. Hoe voed je met afval proleten thans? Dat is het probleem van Heyermans. Mevrouw van de kookschool zal het je leren om met vellen en botten je honger te weren. Vis! Vis! Hollandse vis! Het overschot is voor wie werkeloos is. Vis! Vis! Heerlijke vis! De visser leeft in de bekommernis; Die scharrelt op zee bij dag en nacht, Die haalt uit de branding de vette vracht, Die kan van de winsten der maatschappijen de klip net omzeilen of hongerlijen. Vis! Vis! Zaaalige vis! Ken jij den man, die verdronken is? Vis! Vis! Eet dan toch vis! Hoor hoe madaam aan 't doceren is, Je kruidt ze met peper, mosterd en wind En dan maal je de graten kapot als grint. Dan stamp je de vellen en schubben maar samen. Heer zegene deze spijze, amen! Vis! Vis! Drek van de vis! En doe nou maar net of het lekker is. Mis! Mis! Helemaal mis Is de proleet, die daar zoet mee is. Jij slechts de graten, de kop of de staart? Open de kast, waar de kuit is bewaard! Eeuwen lang nemen de dieven de moten! Wring ze de hom en de zooi uit de poten! Vis! Vis! Boter bij de vis! En de uitvreters naar de verdoemenis. (Op advies van de geneeskundige dienst zijn in de verschillende neutrale en christelijke kookscholen van onze grote steden cursussen gegeven voor de arbeidersvrouwen, teneinde uit viskppen nog enig voedsel te fabriceren voor de werklozen en arm-'lastigen'.) Martien Beversluis 1894 - 1966 Uit: Geheime gedichten, die niemand kent maar die toch gezien mogen worden. Gekozen door Wim Zaal. Amsterdam, De Arbeiderspers 1974 |