vroeg ontbijt te Epernay ik ben de enige gast het hondje kwispelt door de zaak, de jongen, slaperig alleen in jeans gekleed staat met zijn rug geleund tegen het koffieapparaat en plotseling vliegt er iets open en is zij daar mand met brood, of wasgoed, tegen het mooi gevormde lijf gedrukt, de hielen van haar nylons in heel hoge hakken - en het was ongelooflijk zoals ze langs stoof naar de deur en onderwijl op haar verleidelijkst naar mij lachte Elly de Waard 1940 Uit: Eenzang twee. Uitgeverij De Harmonie bv, Amsterdam 1993 |