Het vrouwtje
in de Peel
Er woonde in de Peel een vrouw
die oliebollen bakken wou
met krenten en rozijnen.
Daar stond ze dan met oudejaar
en bakte maar, en bakte maar
dozijnen en dozijnen...
En de bevolking van de Peel
at veel te veel. o veel te veel.
Ze riepen: Lieve moeder, stop!
Maar het beslag was nog niet op.
De buren kwamen op
bezoek
en lagen weldra in een
hoek,
omdat ze niet meer
konden.
De papegaai lag kogelrond
voor apegapen op de grond
en ook de zeven honden.
En alle muizen waren ziek
en lagen dof in het portiek.
En aan het einde van de dag
toen was er altijd nog beslag.
De meester met z'n
hele klas
kwam kijken wat er gaande was
en wou wel iets gebruiken.
En spoedig lag de ganse school
in 't tuintje bij de rodekool
met dikke ronde buiken.
Toen kwam 't voltallig personeel
uit de fabrieken van de Peel.
Ze aten door, de hele dag
en kijk, er was nog steeds beslag!
En niemand bliefde
meer een bol
en alle schuren raakten vol,
de huizen en de stallen;
Er kwam een hele hoge berg
van oliebollen. O, wat erg,
die berg is omgevallen
met veel gerommel en gedonder
en 't arme vrouwtje lag er onder.
En 't laatste wat ze zei was: Ach,
er is nog net een rest beslag...
Waarmee ik dit maar
zeggen wou:
Een zalig uiteinde , mevrouw,
maar als u bakt eventueel,
denk aan het vrouwtje uit de Peel
en maakt u niet teveel beslag!
Gegroet, mevrouw en goedendag.
Annie M.G. Schmidt.
1911 -
1995
Bron: Ziezo, Querido, Amsterdam 1987
|