Waar de koning trek in had Maar Knelia! zei de koning al tegen de koningin, kijk hier op dit potje staat honing en er zit geen honing meer in! De koningin zat te beven en vroeg aan de keukenmeid: Och wil je wat honing geven voor Zijne Majesteit? Maar toen de Koning de honing zag toen wou hij toch maar liever hagelslag. Hij greep naar de hagelslag trommel en zei tot de koningin Wat is dit nu weer voor den drommel, er zit geen hagelslag in! De koningin zat te beven en vroeg aan de keukenmeid: Och, wil je wat hagelslag geven Voor zijne Majesteit? Maar toen de hagelslag er was toen wilde de koning rammenas. De rammenas kwam en toen, helaas, wilde de koning pindakaas en toen de pindakaas er kwam wilde hij enkel een boterham. Maar, zei hij met bulderende stem, ik wil op die boterham bosbessenjam. En toen de bosbessenjam er stond wilde hij liever een suikerklont en toen de suikerklont kwam zei hij: Nu wil ik toch liever frambozengelei en toen wou hij muisjes en toen wou hij pasta en toen zei de koningin eindelijk: Basta! En zo ging zijne Majesteit De straat op zonder zijn ontbijt. Daar stond hij te huilen en wie kwam daar an? De ijscoman, de ijscoman! Toen at de koning een liter ijs vlak voor het koninklijk paleis. Joehoe, riep de koning, Knelia, schat, Dit was nu waar ik trek in had. Annie M.G. Schmidt. 1911 - 1995 Uit: Margriet en Leeuwerik. Uitgave van Nederlandse Christelijke Jonge Boeren-en Tuindersbond. 1958 |