De wijn is gedronken De wijn is gedronken, Het liefje gekust, Daarbuiten de sterren Die wenken tot rust. De wijn is gedronken, Het liefje ging heen, Zij kuste mijn oogen En liet mij alleen. Zij heeft mij den droom in Mijn oogen gekust, Van eeuwig verlengen En nimmer van rust. Nu is't mij als 'k luister Bij 't mijmren of 'k zacht Den tred van haar voeten Hoor gaan door den nacht. De wijn is gedronken, Het liefje ging heen, Zij kuste mijn oogen En liet mij alleen. Volker. (Ps. van P.W. De Koning) 1867-1931 Uit: Verzamelde lyriek. Amsterdam. 1919 |