Wijn Diep in de aarde moet het zijn begonnen: een kracht die op een dag de zon opzocht, geboren, zoals alles, uit een vruchtbaar vocht, waarmee de strijd om leven was gewonnen. Je proeft wat in de bodem was verborgen. Je proeft het zachte duister in je mond, de smaak van een vergeten zomeravond of van een helder beekje in de morgen. Ik was deze zomer op een wijnkasteel te gast en werd betoverd door de ziel onder de kurk; in de vallei lagen de gaarden als een jurk die alleen je allergrootste liefde past. Ik ging erheen en trof er weelderige trossen die daar glanzend hingen aan hun stokken. Ik had mij een paradijs in laten lokken dat mij van al mijn vragen zou verlossen. Want ineens begreep ik hoe het was begonnen, hoe gulzig het naar zonlicht had gezocht, hoe er toen een vrucht geboren werd vol vocht, waarna de wijn kwam, en heeft overwonnen. Paul Gellings 1953 Uit: Kom vul de glazen. Vrolijke gedichten over wijn van 1087 tot heden. Samengesteld en geschreven door Hans Melissen. Uitgeverij Syrah bv Hilversum 2007 |