Wijn? I Ach, ik schielijke voorstadbewoner nooit helemaal uitgeslapen democraat, met slordige zorgen met onverschilligheid en verkiezingsbiljetten bewapend, niet alleen vervreemd van vlees en bloed, maar zelfs van die enkele woorden waarin het goed was, de eenvoud van wijn en zout, en angst in een slecht geweten wegmoffelend, glimlachend en schichtig, en ziek van afwasmiddelen, ziek van plastic gebruiksvoorwerpen, ziek van consumptiebonnen, tijdschriften en detailhandels, ziek van het niet praten over de bewapeningswedloop, en het wel praten, af en toe, en die soms vol gaten vallende, als een nylonkous ladderende wanhoop, en als de dood voor lyriek, wijn? ik moet er wel even aan wennen, het woord is bijna verboden ik heb de ademnood van deze beschaving en zo'n hap taal is al te groot. II Maar tenslotte, mijn vader van eertijds driftig en voor zijn dood een meer dan levensgroot ambtenaar sleepte van huis tot huis rekken flessen mee waarin hij steeds ouder werd, ze stamden nog uit de oorlog toen hij de rook van veenbranden als een natte deken oplichtte van het Groninger land en hij ze van daaronder weggriste uit de buurt van Stadskanaal. III Maar tenslotte, met zestien jaar werd ik verslonden door het ideaal van de dichter, die oud, kaal en zalig en bijna dronken een godganse oude dag zou zitten bij het haardvuur, zoals Yeats eertijds verzonken in wat ik toen voor groots aanzag. en hardop, met het hoofd in de nek loeide ik dat ik zo worden zou: een verdorde en verheven grote gek. IV En tenslotte in dat vereenzaamde jaar van dwaaltochten, die lege winderige extase nabij Laan Copes onschuldige waanzin waarvoor ik me schaamde; van achter in dat koude huis aan de Scheveningse Weg viste ik nog zonder lichaam met een strik van ijzerdraad een van die zwarte flessen uit de kelder, en vergeten en ten einde raad stond ik gekleed onder de douche mijn dorst te lessen aan het dichterschasp dat nog altijd als natte kleren blijft plakken op mijn huid geschrokken en bekoeld van wat ik nooit zo heb bedoeld. Peter Berger 1936 - 2000 Bron: Om een bokaal vol wijn. 1967 Uitgeverij Van Lindonk. Amsterdam. Een bundel met 24 verzen van eigentijdse Nederlandse dichters, uitgegeven bij het 125e wijnjaar van Robbers & Van den Hoogen n.v., Arnhem. 1842-1967 |