Wild de haas was lekker lang gemarineerd in wijnazijn en tijm en wilde marjolein hem proeven volstonden lippen, zo inschikkelijk glipte het vlees van het been van uren lijdzaam op het vuur te garen in wildfond in het bos geplukte cantharellen kregen van boter dat wat stervelingen op een regendag gelukkig maakt net toen verrukking over alle tafelen was neergedaald en iedereen met bolle kaken knauwde, knikte, lachte, slikte, kwam hij na lang wachten op een dienblad aan, de met laurier omkranste kop van de nog jonge fox Peter Theunynck 1960 Uit: Raster nummer 105 uit 2004 De Bezige Bij, Amsterdam |