Willem Elsschot (1882-1960) Quinten Matsijs Het stokoude café Quinten Matsijs 405 jaar oud bruingerookt interieur is haast onvindbaar in de nauwe straatjes van de oude stad en beroemd om zijn donker bier De Koninck en zijn gezoden worst Over de Quinten Matsijs schreef Werumeus Buning anders dan over Maria Lécina en zonder porqué? ook maar even hartveroverend meeslepend en poëtisch je merkt het echter niet aan de doodgewone mensen die er komen en gaan als dat laatste nog lukt. In de Quinten Matsijs zat de heer De Ridder een Antwerpse burgerman met zijn schaarse vrienden soms te kaarten zij noemden hem beleefd zoals het hoort in dit milieu meneer De Ridder of kortweg Fons na enig bierverbruik. Bij het einde van het spel dronk meneer De Ridder zijn glas leeg en betaalde mompelde een spaarzame groet en ging naar buiten altijd in zijn eentje tussen licht en donker de eenzame weg naar huis met jas en hoed en soms een zwarte paraplu. Over de trapgevels van de bruine huizen daalde de grijze mist onvermijdelijk als altijd naar beneden in de smalle straatjes van de oude stad de rivier was voelbaar nabij op dat moment werd plots alles mogelijk en magisch. Drie Indische rijstkakkers liepen op een rijtje zoekend door de straat een briefje in de hand aan de overkant van diezelfde straat liep meneer De Ridder nadenkend zij staken alle drie (de eerste met het briefje) op een rijtje als eenden de straat over ze hadden hem nodig. De drie Indiërs waren zwart van huid en verdwaald en bovendien heel verlegen wat nog veel erger is maar meneer De Ridder begreep ze hij wist wat ze dachten misschien ook wat ze zochten ook hij was al op zoek geweest naar onvindbare droomdingen in grote vreemde steden. Precies op dat moment werd meneer De Ridder of kortweg Fons voor de schaarse vrienden met een onmerkbaar schokje Willem Elsschot en in dat ene kostbare ondeelbare onsplitsnare ogenblik schreef hij in één ademruk als een bezielende flits zijn tijdeloze boek 'Het dwaallicht'... ...pas toen toonde een der Indiërs hem het briefje Jos Vandeloo 1925 Bron: Dichters over dichters. Samengesteld door Robert-Henk Zuidinga. Sijthoff/Amsterdam . 1986 |