Winteravond Op een avond steeg uit mijn schoorsteen geen rook Het waren barre tijden, het geld was op, de kolen ook Ik zat met voor mij een paar nieuwe gedichten Toen een vriend mij met zijn gezelschap kwam verlichten. We praatten wat en dronken, ik had nog wat cognac We schaakten, ik won; alleen de open haard ontbrak We gooiden blokken op het vuur van onze verbeelding En brachten de avond zeker niet door in verveling s'Nachts in een diepe slaap gezonken ging ik reizen Liep over verwarmde vloeren in romeinse paleizen Een goede drank en aan het spit een everzwijn O waarom kan men alleen in dromen gelukkig zijn. Rien Vroegindeweij. Uit: Een vliegtuig van beton. De Bezige Bij. Amsterdam 1973 |