Boek Piet Paaltjens                                   Piet Paaltjens  Dichter-dominee  1835 - 1894                             


Beginpagina

Jeugdjaren in Leeuwarden

Studententijd in Leiden

Predikant in Foudgum

Predikant in Den Helder

Predikant in Schiedam

Over Piet Paaltjens

Culinaire citaten

Gedichten over eten en drinken

Culinaire bloemlezing

Culinaire links

Culinaire reizen, kooklessen

Contact  
Duitsland. Een wintersprookje
Caput IX

Uit Keulen was ik om kwart voor acht
Des ochtends doorgereden;
We waren in Hagen reeds rond drie uur,
Op tijd voor het middageten.

De tafel was gedekt. Hier vond ik heel
De Oud-Germaanse keuken.
Wees gegroet, mijn zuurkool,
Gezegend zijn uw reuken!

En wat ik ooit bij moeder at:
Kastanjes in kool gestoofd!
Inheemse stokvis, die zo vrolijk
In boter zwemt: wees geloofd!

Voor elk gevoelig hart blijft
Zijn vaderland een ervaring;
Ikzelf verkies ze bruin gesmoord
Mijn eieren en haring.

Hoe juichte de worst in het sissende vet!
De kramsvogels, die vrome
Gebraden engelen met appelmoes,
Ze kwetterden: Welgekomen!

Welgekomen, landgenoot,
Je bent lang weggebleven,
Je hebt zo lang met vreemde vogels
In den vreemde willen leven!

Op tafel stond er nog een gans,
Een stil, gezellig beest.
Ze was misschien op mij verliefd
Als ik wat jonger was geweest.

Ze keek me veelbetekenend aan,
Zo innig, zo droevig, zo fraai!
Ze had vast en zeker een edel gemoed,
Maar toch was het vlees te taai.

En ook een varkenskop werd daar
Op een tinnen schotel geserveerd;
Nog steeds worden varkens bij ons
Met lauweren gedecoreerd.


Heinrich Heine
Uit: De mooiste van Heinrich Heine, samengebracht door
Koen Stassijns en Ivo van Strijtem
Lannoo/Atlas 1998