Witloof Zoals witloof, niet de wortel die men breekt en keert in de ast, maar de koele kwetsbaarheid van het tere blad zoals het donkerte wil om wit te zijn en kilte zoekt om bitter te worden en breekbaar blijft en bleek – een bundel ongebroken verlangen zoals het roerloos groeit, een leger van stilte, en opflakkert bij het licht van een lamp een korte groet uit hun grot van roest zoals volmaakte vlammen van een ondergronds branden David Van Reybrouck 1971 Uit: Het Liegend Konijn, nummer 1 |