Wrede wijn
Naar zoeler streken voortgedreven
Op zatheids avontuur,
Zag ik, voorbij aan ruimte en duur,
De grenzen van ons leven.
Land waar de zachte zomerwinden
Fluisteren met de dood:
Daar is aan aarde's milde schoot
Geen warmer plek te vinden.
Hoewel ik sinds ben uitgevaren,
Wijn, vaak op uw kompas,
Vond ik de plaats nooit waar ik was.
Nu wil mijn dorst niet meer bedaren.
Anton van Duinkerken (1903-1968)
uit: Hart van Brabant (1936)
|