Zeeklacht Het water van de zee is altijd zout, Hoe men de suikerpot ook mag hanteren, Geagiteerd over het strand marcheren, Terwijl de wind de brandingkoppen krauwt; Een borstbeeld hakken uit scheepstimmerhout, Des nachts, in droom, met meerminnen verkeren, Tarbot fileren of Neptuin vereren: Het water van de zee is altijd zout. Daar helpt geen moederlief, geen vaderstout, Geen bokken, dokken, knokken of gekscheren, Geen brein van boterkoek, geen hart van goud: Of men voor dames voelt of meer voor heren, Het water van de zee blijft altijd zout.
|