Zeven
'n Barbier, die in een bierbar zat had er een paar tevéél gehad. Als hij zich inschonk uit de fles, schoor hij het schuim af met z'n mes en sprak dan hoopvol: astublief, da's drie en zestig, inklusief! Maar toen de kellner af kwam reeknen, zei hij: wat heeft dàt te beteeknen; ik heb er negentien geschoren als 'k nìks betaal, heb 'k nòg verloren! De bierbar schudde van plezier om deze bàrre bier-barbier... Koos Versteegh uit: Twee liedjes voor één cent. Bron: De Lichte Muze, een verzameling gorgelrijmen, limericks en andere poëtische aardigheden van hedendaagse dichters bijeengebracht door Jaap Romijn. A.W. Bruna & Zoon Utrecht 1956 |