zomermaaltijd
aan
lange tafels zaten wij rond
de
rijkbeladen dis vol Indisch eten
herinnering
aan vroeger, niets had zij vergeten
de
rozen geurden om ons in de avond
en zij, zo stralend blij, wist zich omringd
door ons en al haar goede vrienden
als wij keer op keer onszelf bedienden
genoot zij lachend: een opgewonden kind
en ieder jaar opnieuw, tot op die dag
dat wij buiten zaten en zij binnen lag
maar ramen open, zodat zij ons kon horen
een zomermaaltijd is sindsdien als nooit tevoren
een hecht met elkaar verbonden zijn, en och,
soms hoor ik in de rozenruis haar lachen nog
Jeanette Coppens
Meander literair magazine november 2004
Dit gedicht is bekroond met de 1e prijs
in de wedstrijd van het literaire internet magazine
‘meander’’
bij gelegenheid van het 250e nummer, november
2004
|