|
ZONDAG
De bijl staat in het blok. Ik zie het vuur
trage rookwolken aan het hout onttrekken.
Ik vul de ketel en ga tafel dekken.
De stilte is onschendbaar. Negen uur.
Wanneer ik fluister tot de koffiekan
krijg ik geen antwoord en pas jaren later
beleef ik de kamer weer - het water
begint te zingen - als volwassenman.
De geur van verse koffie wandelt door
het huis: de zondagmorgen klimt naar boven.
Stemmen ontwaken. Als het vuur gaat doven
trekt de rook weg. - Ik ben een en al oor.
H.J. van Tienhoven (1923-1990)
Uit: Wichelroedelopen.
De Windroos Amsterdam 1951
|