Half om half
Vanmiddag op een damesthee dronk ik galant een glaasje mee maar bleef zo nuchter als een kalf; geen wonder ook! - 't was Half om Half. Half zoet, half zuur; half goed, half slecht. Toen proefde 'k pas, (wat Plato zegt): hoe onze ziel gespleten is in helderheid en duisternis! - Sindsdien op het verkeerde pad ben ik niet dìt, ben ik niet dàt, geen held, geen ploert; geen vlees, geen vis; kniel ik voor God en 't Gouden Kalf en pleng mijn offers: half om half. Terwijl ik zo te peinzen zat en amper wist van hoe of wat, zag ik dat roerloos in het glas mijn evenbeeld weerspiegeld was;- waarachtig, ja: van top tot teen liep er een barst dwars door mij heen! Half man, half vrouw; half heer, half knecht; half koud, half heet; half krom, half recht, bleef alles op de tweesprong staan. Wanneer zal ik, recht toe, recht aan, dan eindelijk volledig zijn? - Wacht maar! - vanavond, bij de wijn... H. Prenen 1915 - 1992 Uit: De Tweede Ronde, Tijdschrift voor literatuur . Zomer 1988 |