Veel en lekker eten Hij was een man met een behoorlijk goede baan, die hem de kans gaf keurig netjes te bestaan. Hij hoefde niet bepaald te passen en te meten. Zijn idealen lagen niet zo ver van huis. Hij nam genoegen met een knus gezellig thuis, een goed sigaartje en een niet te slecht geweten, plus veel en lekker eten. Hij was in niets bepaald bijzonder of apart. Hij werkte keurig accuraat maar nooit te hard, omdat hij vond: "daar raakt je hart maar van versleten". Ofschoon het volk niet graag eens anders welvaart ziet, zijn welgedaanheid deed geen sterveling verdriet, een ieder gunde hem zijn groeien in de breedte, van veel en lekker eten. De jaren liepen één op twaalf, dus gesmeerd. En toen het tijd werd is mijnheer gepensioneerd. Hij had zich altijd keurig van zijn plicht gekweten. Zijn idealen zijn sindsdien niet erg vergroot. Hij wil in vrede blijven leven tot zijn dood, om in het hiernamaals van niets anders iets te weten, dan veel en lekker eten. Jules de Corte 1924 - 1996 Bron: Liedjes van Jules de Corte Ad. Donker. Rotterdam 1960 |