VEGETARIA Zij houdt van vlees, ik kan dat wel begrijpen. Als ik haar over ’t braden van een kip hoor of bij ’t bereiden van een malse snip stoor, ben ik bereid mijn ogen toe te knijpen. Ik weet hoe ik als nummer 1 met stip scoor, dans volgzaam naar haar culinaire pijpen, sta zelfs het botste keukenmes te slijpen. Zij houdt van vlees, ik heb daar wel begrip voor. Ooit was ik vegetariër, maar ach, wat zij met zulk gevogelte vermag, een godenspijs die snel mijn weerstand brak. En quasi-mokkend ging ik overstag, verslond terstond haar schotel-van-de-dag want ja, het vlees, dat is nu eenmaal zwak. Aaike Jordans, 1951
|