De volle
beker wijn.
Mijn levensbeker is - die volle beker wijn daar! Geloofd zij God, is steeds die volle beker klaar! Ik heb er dertig teugen van gedronken, - nog vol Is mij die beker, als de volle beker wijn daar. De morgen laat de vreugdevanen waaien - daar glanst Het oosten, of 't een volle reuzenbeker wijn waar', Een vloed van purperkleuren, rozengeuren stroomt dan, Als goot men dronken uit des godenbekers wijn, daar! Des avonds druipt de dauwe lavend neder, alsof Elk dropjen in den fulpen tulpenbeker wijn waar', Zoo zie ik dus de gansche vreugdewereld, wen ik Verdwaald, verrukt, op eenen vollen beker wijn staar! Mijn oog is nat van stille zielsvoldoening, - of steeds Mijn mond bedauwd met eenen vollen beker wijn waar'! Ferguut! Hoe aangenaam zijn dijne zangen! Elk woord Is zoet, alsof het ons een volle beker wijn waar'! Jan Ferguut. pseudoniem van J.A. van Droogenbroeck 1834 - 1902 Bron: Een Sleutel, rij van oorspronkelijke gedichten ter voorbereiding van De Studie Onzer Letterkunde, verzameld door M. en L. Leopold. J.B. Wolters, Groningen. 1882 |