Voor en tegen den wijn Zang Vreugdeverwekker, smartverjaager, Geestverkwikker, zorgontdraager, Gastvermaaker, die den kout Sprengt met aardigheid en zout; Die de menschen, moe van ploegen, Loopen, draaven, zweeten, zwoegen, Uit de bron der weelde drenkt, En weêr nieuwe krachten schenkt; Wie, ô eelste vrucht der aarde, Wie meldt uwen lof naar waarde! Tegenzang Oorzaak in zoo menig huis Van veel ramp, verdriet, en kruis, Geldverkwister, ledenbreker, Vriendverraader, onrustkweeker; Veeler zonden bron en wel, Die bij kaart en dobbelspel Weet de wulpsche jeugd te toeven, Alles zet op losse schroeven, Vleesch, en merg, en bloed verslindt; Snoode Wijn, dit is uw print. Slotzang 't Geen de Schepper aller dingen Toewijst aan ons stervelingen, Houdt men slechts de middelmaat, Noemt de dwaasheid, avrechts kwaad. Voor de blijde wijngaardranken Durve ik 's Hemels goedheid danken. De eedle wijn verkwikt den geest, Is de ziel van vreugd en feest. Hoog dan is den wijn te roemen. 't Misbruik mag 't gebruik niet doemen. Petronella Johanna de Timmerman. 1724-1786 Uit: De Nederlandse Poëzie van de zeventiende en achttiende eeuw in duizend en enige gedichten van Gerrit Komrij. Uitgeverij Bert Bakker. |