Voor het gerecht Toost maar rood op die halve vrijdagmiddag in de regen en wie toen vergeten is onder de oleanders. Ik dans met Nadie. Ze glimlacht. Vandaag smelten we onze benen. Een beetje vals neurie ik door het raam.
Zij versnijdt de
tonijn, tomaat en scherpe ui. Ze eet het hart van heimwee op en Albertina Soepboer 1969 |