Boek Piet Paaltjens                                   Piet Paaltjens  Dichter-dominee  1835 - 1894                             


Beginpagina

Jeugdjaren in Leeuwarden

Studententijd in Leiden

Predikant in Foudgum

Predikant in Den Helder

Predikant in Schiedam

Over Piet Paaltjens

Culinaire citaten

Gedichten over eten en drinken

Culinaire bloemlezing

Culinaire links

Culinaire reizen, kooklessen

Contact  

Voorjaar in Istanbul

                    aan Nâzim Hikmet

Zij gieten reukwater in onze handen
Terwijl ze lachen achter hun hangende snorren.
En wij besprenkelen ons gezicht.

Zij zitten gehurkt in de zon
Terwijl ze mosselen uit de schelpen halen.
Vervolgens vullen ze de schelp weer
Met gare mossel en met rijst.
Maar vandaag eten wij rode vis uit de Gouden Hoorn
En morgen bestellen wij de blauwe, de makreel.

Als de stad ontwaakt
trekken wij erop uit met toeterende claxons.
Bestemming Topkapi, Galatabrug, Besiktas.
Het licht onthult wat gister duister was:
Loden koepels en hoge minaretten, een stad
Die leeft, die is verdeeld door water.

Ze werpen hun netten op de kade
En liggen op hun rug in dobberende sloepen.
Ze bakken de vis aan boord
En reiken hem tussen sandwiches aan.
Aan de fontein voor de moskee
Wassen ze hun voeten.
En ze bewenen hun doden in de open kist
De vrouwen een hoofddoek, de mannen een hoedje.

Als de duisternis weer rust brengt
Drinken wij wijn.
Dan betokkelen ze de snaren van de tamboer
En diep uit hun keel welt een klank op
Op klaaglijke tonen zoals die van de moëdzzin.
Dan dwalen wij weer
Langs de zuilen van de onderaardse cisternen.
Want ondanks overvloed bewaren ze hun water onder gewelven:
Een kapiteel zet de sterfelijke Medusa op zijn kop.

Joris Iven 1954
Uit: Het verre gedicht. De mooiste reisgedichten uit Nederland en Vlaanderen
Met een inleiding van Bas Heijne
Uitgeverij Podium 2008